Ook onze gang participeert in het kerkelijk jaar. Het psalmbord is afkomstig uit de Hervormde kerk van Langstraat waar mijn vader jarenlang koster was, en ik in zijn voetsporen ook een aantal jaren. Op het bord stond altijd de voorzang aangegeven (dat is een soort gereformeerde introïtus). Deze week heb ik de introïtus voor aanstaande zondag opgehangen, de eerste zondag van de veertigdagentijd. Als kind leerde ik de psalmen kennen in de berijming van 1773. Deze Psalm sprak me altijd aan:
Hij, die op Gods bescherming wacht, wordt door den hoogsten Koning beveiligd in den duist’ren nacht, beschaduwd in Gods woning. Dies noem ik God, zo goed als groot voor hen, die op Hem bouwen: Mijn burg, mijn toevlucht in den nood, den God van mijn betrouwen.
Aankomende zondag speel ik in de Gertrudiskathedraal een bewerking van Cor Kee (1900-1997) over Psalm 91. De bewerking is afkomstig uit ‘Psalmen voor orgel’ deel I (1939). Cor Kee sloeg met zijn ‘Psalmen voor orgel’ een nieuwe muzikale weg in. Componeerde hij eerst meer in een laatromantisch idioom, vanaf nu ging hij meer in een neobarok idioom componeren. De neobarok richtte zich op compositietechnieken die in de barok gangbaar waren, zoals imitatie en polyfonie, en paste dit op eigentijdse wijze toe. De Psalmen voor orgel zijn een mooi voorbeeld van de neobarok in Nederland, en zij zijn een monument van de 20e-eeuwse Nederlandse kerkmuziek.
Zondag klinken verder nog na de preek ‘Christ unser Herr zum Jordan kam’, van Johann Sebastian Bach (BWV 685) en na de dienst, eveneens van Bach, ‘Ich ruf zu dir, Herr Jesu Christ’ (BWV 639).
Een mooie zondag gewenst!
Comentarios